Speluitleg:
Arrangement:
Basketbal
Handbal
Hockeysticks en bal
Foambal
Voetbal
Kastkop
4 matjes
2 baskets
Scorebord
Lintjes voor een halve klas
2 wachtbanken
Bewegingsopdracht:
De spelleider(docent) roept een getal. Dit aantal spelers rent van de bank naar de muur bij het andere doel. Intussen gooit de spelleider een bal in het midden van de zaal. Als beide groepen de muur hebben aangetikt en zich weer omdraaien zien ze welk spel er gespeeld gaat worden.
(foambal is trefbal).Welk team als eerste scoort krijgt een punt.
Regelingen:
De klas is verdeeld in 2 teams. Een team heeft lintjes.
In de kastkop liggen de ballen. Bij de banken liggen de hockeysticks.
Tegen de muren zijn doeltjes gemaakt van 2 matjes.
Je speelt in het veld wat het dichtst bij de muur is die je hebt aangetikt.
De gewone regels gelden bij elk spel (dat wat de groepen gewend zijn). Kies anders voor zo min mogelijk regels.
Spelers mogen niet in willekeurige volgorde vertrekken, dit gaat op rij (een duidelijke voor- en achterkant van de rij is gewenst!)
Zaalopstelling:
Variaties/aanpassingen:
Als het scoren binnen een ronde erg lang duurt dan kan de spelleider een tijdslimiet opgeven. (nog 30 seconden…) Wanneer er niet gescoord wordt krijgt geen van beide partijen een punt.
Als de groep ook erg bekend is met andere spelen, dan kunnen deze ook worden ingevoerd. Bijvoorbeeld een rugbybal of frisbee.
Als de ene partij veel sterker is dan de andere kan de spelleider hier invloed op uitoefenen door bewust een bepaald spel te laten spelen of een aantal te roepen.