Doel spel:

Speluitleg:
Materialen:
2 baskets,
4 kleine matjes,
8 pylonen,
2 kleine goaltjes
2 gele ballen,
1 rode bal,
1 blauwe bal.
De klas wordt verdeeld in 2 teams. Als eerste breng je de 2 gele ballen in het veld, met deze ballen mag je de andere kinderen afgooien. Na een tijdje gooi je de rode bal in het veld, met deze bal mag je proberen de pylonen om te gooien en op de goal mikken. Als laatste gooi je de blauwe bal in het veld. Heb je deze bal dan mag je op de kleine matjes gaan staan. Hier ben je veilig en kun je niet worden afgegooid. Je gaat helemaal vooraan op de matjes staan in het veld van de tegenstander, nu mag je schieten op de basket.
Gooi je iemand af: 1 punt. (gele bal)
Gooi je een pylon om: 3 punten en iemand mag terug in het veld. (rode bal)
Gooi je in de goal: 3 punten en iemand mag terug in het veld. (rode bal)
Gooi je in de basket: 5 punten en iedereen van jouw team mag terug in het veld.(blauwe bal)

Zaalopstelling:

baskettrefbal

Spelregels:
Niet afweren.
Hoofd telt niet.
Niet lopen met de bal.
Vangbal mag iemand terug.
Het spel is afgelopen als alle 5 de pylonen om zijn of een team 25 punten heeft gehaald.

Variaties/aanpassingen:
– Puntentelling kan anders.
– Wat doe je met de leerlingen die af zijn