Speluitleg:

Arrangement:
4 turnmatjes
2 foamballen
2 kasten
2 pannendeksels
Hele klas (3 of 4 teams)
Hele zaal

Zaalopstelling:

keeperstrefbal
Bewegingsopdracht:

Probeer bij de tegenstander de kast te raken. De keepers proberen dit te voorkomen.

Regelingen:

De achterspelers (achterste gele lijn t/m muur) proberen één van de twee kasten te raken.
Wordt er een kast geraakt dan wordt er bij het team van de geraakte kast doorgedraaid (zie boven).
De spelers op de turnmatjes proberen de keeper af te gooien.
De keeper mag afweren met de handen.
Gooien zij vanaf de turnmatjes de keeper af, dan wordt er ook doorgedraaid.
De docent geeft een signaal (2 pannendeksels tegen elkaar) wanneer een kast of keeper geraakt is
en er door een partij doorgedraaid moet worden.
Achterspelers en matspelers mogen samenspelen.

Variaties/aanpassingen:

Als het te gemakkelijk is om de keepers vanaf de matjes raak te gooien dan moeten deze wat naar achteren.
Als het spel toe is aan een verandering, dan kun je met puntentelling spelen (2 punten voor het raken van de kast en een punt wanneer een matspeler de keeper afgooit).