Doel spel:
Bij de tegenstander een bal op het matje of dikke mat te gooien en deze bij jezelf tegen houden.

Speluitleg:
In tweetallen sta je op een matje of op de dikke mat.
Matje; bovenop en de zijkant is af.
Dikke mat; alleen bovenop is af.

Je probeert bij de tegenstander op of tegen de mat aan te gooien. Is dat gelukt; een plekje doordraaien. Het nieuwe tweetal komt op het vrijgekomen matje, het is dus altijd even zoeken waar het tweetal komt te staan.
Er mag meteen worden gegooid als er iemand af is.
Er moet altijd één iemand op het matje blijven staan.
Is de pion om; alle tweetallen wisselen.

Zaalopstelling:

matbal

Variaties/aanpassingen:
-De andere kant op laten draaien, dit kan zorgen voor veel verwarring!
-Twee matjes door laten draaien als er iemand af is.
-Meer ballen.