Speluitleg:

Arrangement:

2 matjes
2 kasten
2 ringstellen
1 lange mat
2 banken
Touwen
2 wandrekken
2 hockeysticks
2 hoepels
4 blokjes
2 touwtjes
Hele klas
Hele zaal

Bewegingsopdracht:

Probeer met je team naar de overkant te komen zonder de grond te raken. Welk team zit als eerste in z’n geheel in het wandrek aan de overkant?

Regelingen:

Met je team mag je hulpmiddelen (blokjes, touwen) gebruiken.
De hulpmiddelen moeten meegenomen worden.
Je handen mogen wel de grond raken.
Komt een teamgenoot met de voeten op de grond dan moet er weer bij het begin begonnen worden.

Zaalopstelling:

moerasje

Variaties/aanpassingen:

Als een team gewonnen heeft begint het spel opnieuw en dan krijgt het winnende team één hulpmiddel minder mee.
Als het spel vaker gespeeld wordt dan kan er oneindig gevarieerd worden in de te gebruiken hindernisbaan. Denk bijvoorbeeld aan mattenkarren, ladders, rekstokken, trapezes, enz. Ook kan men dan het soort of het aantal hulpmiddelen veranderen.
Als het te makkelijk is dan mogen leerlingen de grond ook niet meer raken met hun handen.
Als het te moeilijk is, dan heeft elk team 2 levens, pas daarna zijn ze echt af en moeten ze terug. Natuurlijk kan op zo’n moment ook de hindernisbaan worden aangepast.
Als er leerlingen geblesseerd zijn, dan is het raadzaam deze in te zetten als scheidsrechter. Dit spel is erg gevoelig voor vals spelen.