Speluitleg:
Arrangement:
2 volleybalpalen
Volleybalnet op 2.5 meter hoogte
6 kasten
2-4 foamballen
6 grote pionnen
2 wachtbanken
Hele klas
Hele zaal
Bewegingsopdracht:
Op de kasten staan 2 gooiers en op de grond lopen de aangevers. De gooiers en aangevers proberen bij de tegenpartij de pionnen om te gooien of aangevers af te gooien.
Regelingen:
Je mag je pionnen niet verdedigen. Je kunt met krijt een cirkel maken waarbinnen de leerlingen niet mogen komen.
Als gooier en aangever kun je er voor kiezen om op een aangever te mikken of op de pionnen.
De aangever mag niet afweren maar als hij de bal vangt is de aangooier af en moet er een nieuwe aangooier komen.
Ben je als aangever afgegooid dan ga je op de wachtbank zitten, gaat er een pion bij de tegenpartij om dan mogen alle wachters er weer in.
Gooiers kunnen niet afgegooid worden.
De twee kasten bij het net zijn de aanvalskasten, je mag met je team zelf kiezen waar je ze neerzet een tijdens het spel mag je ze ook verrijden.
Zijn de pionnen bij de tegenpartij om dan heb je gewonnen of wanneer alle aangevers van de tegenpartij af zijn.
Zaalopstelling:
Variaties/aanpassingen:
Als je niet genoeg kasten hebt dan speel je met 1 aanvalskast.
Begin het spel met 1 bal, loopt het dan kun je al snel naar 2-4 ballen.
Als er onderling veel conflicten zijn dan stel je een teamleider aan die bepaalt waar de aanvalskasten komen en wie op deze kasten staan.
Als het lang duurt voordat er gescoord wordt dan zet je de kast met pionnen bij de muur zodat je ook via de muur een pion om kunt gooien.
Als het te makkelijk is dan zet je kleine pionnen op de kast, blokjes zijn te gevaarlijk.